'Verwachtingspatroon'

Liza Ferschtman & Enrico Pace

Zo’n veertig jaar geleden kwam ik naar Nijmegen om Nederlands te studeren. Gaandeweg raakte ik door bijvakken verzeild in de muziekwetenschappen. Logisch dat ik in die tijd abonnementen had op Het Gelders Orkest en op de serie  van de roemruchte Nijmeegse Stichting voor Kamermuziek. Jarenlang bezocht ik de concerten, met als absoluut hoogtepunt het concert door het Tokyo String Quartet in november 1990. Tot die avond wist ik niet dat muziek maken op dit niveau mogelijk was: hun magistrale uitvoering van Beethoven Opus 131 zindert tot de dag van vandaag na. Ik herinner me ook nog dat ik me intens verheugde op hun concert het seizoen daarna, ditmaal aangeboden door De Vereeniging zelf, als los concert. Ik was verbijsterd dat er voor dat concert slechts een handjevol mensen kwam opdagen, en het was kantje boord of het concert wel door zou gaan. Het toont aan hoe belangrijk het is kamermuziek in series aan te bieden. Bezoekers vertrouwen op het niveau van de concerten, kopen een abonnement met een gevarieerd aanbod; de NSvK heeft wat dat betreft een naam op te houden.

Na mijn studie heb ik Nijmegen verlaten en gisteren was ik even terug. Het concert van Liza Ferschtman en Enrico Pace beantwoordde volledig aan het verwachtingspatroon dat ik heb overgehouden aan de jaren dat ik een abonnement had. Tijdens de pauze, rondlopend in de foyers, viel me ineens iets bijzonders op. Toen ik er als jonge student rondliep, was de rest van het publiek ‘redelijk op leeftijd’, vanuit mijn jonge perspectief natuurlijk gewoon ‘oud’. Sindsdien heb ik de ene discussie na de andere meegemaakt over de vraag hoe een jong publiek te interesseren voor klassieke muziek. Nu, veertig jaar later, zelf kalend en grijs aan het worden, liep ik tussen hetzelfde publiek als veertig jaar geleden. En ineens realiseerde ik me dat dit niet hetzelfde publiek was. Deze mensen waren veertig jaar geleden jong, en zaten toen duidelijk niet in de zaal. Het moet dus wel kloppen dat een grote groep mensen gaandeweg liefde ontwikkelt voor klassieke muziek, zodra ze in rustiger vaarwater komen. Langzaam maar zeker komt er ruimte voor muziek waar geduld, zitvlees en concentratie voor nodig is. Er is gelukkig een constante aanwas, niet alleen van jonge, briljante musici maar ook van een publiek dat op hen afkomt. Sombere geluiden over de toekomst van de klassieke muziek ten spijt, stemde deze gewaarwording me vrolijk. Ik ging met een optimistisch gevoel huiswaarts.