Delicate instrumenten en elegante bewegingen
Op uitnodiging bezoek ik het kamermuziekconcert van het Chimaera Trio in De Vereeniging. Een grote zaal waaraan ook de pianist Laurens even moet wennen, vertelt hij na de voorstelling. Na een kort applaus vangt het drietal aan. Laat me vooraf melden dat ik een leek ben op het gebied van klassieke muziek. Het werd bij ons thuis wel gedraaid, maar Bob Dylan, Queen en The Beatles overstemden dat geluid.
Ik denk veelal in beelden, en vertaal mijn emotie in tekst – daar verdien ik mijn boterham mee. Bij Beethoven komen Tom en Jerry langs, de muziek voelt als een aankondiging, er staat iets te gebeuren. De snelle toonladders gaan moeiteloos over in een ballonvlucht op een zomerse dag.
Opeens begint het sprookje te leven, de tonen nemen me mee van links naar rechts. Gedrieën volgen Annemiek, Irene en Laurens elkaar in sfeer, tempo en volume. Ze zijn goed op elkaar ingespeeld, de harmonie is voelbaar, mijn lekenoor hoort plots een detonering, of is die noot zo bedoeld? De muziek brengt iedereen in een eigen wereld. Open en gesloten ogen om me heen, mensen raken in vervoering.
Ook ik verlies me in gedachten en gevoelens, de mijne zeggen iets van mij en van de muziek. Zoals bij de interpretatie van een gedicht zijn ook hier alle gedachten toegestaan. Ik leg mijn pen even neer en laat de muziek binnenkomen. Doorgaans ben ik wat onrustig van aard, maar ervaar nu momenten van rust en sereniteit. Dat smaakt naar meer.
Als ik ook mijn ogen de kost geef, zie ik delicate instrumenten en elegante bewegingen, ik voel me omarmd door de milde klanken. En dan nét te scherp, nét te schril, de melancholie doet haar intrede. Zij wiegt troostend haar cello, zij laat ademend haar klarinet dansen en hij ontroert de toetsen met langzaam vliegende vingers.
Mahler brengt me naar een moeras, ik zak weg in de sombere donkerte, het is koud, er is geen helpende hand. Of toch? Een nieuw geluid brengt me terug in de zaal, ik zie het logo branden op het decor. De glorende hoop wint van de zware gedachten. De pauze relativeert mijn onrust en onzekerheid. De tweede helft (zeg je dat zo bij een klassiek concert?) besluit ik om meer te ervaren en te luisteren. Ik leg opnieuw mijn pen neer en laat los.
We gaan als collectief mee in de emotie. Uiteindelijk is ieder van ons alleen. De muziek brengt ons onderling samen, maar ook heel eventjes met onszelf. Hoofden schudden, knikken, wat gaat er in ons om? Alsof het allemaal zo heeft moeten zijn, en dan op een dieper niveau.
Bij de borrel tref ik Laurens, hij neemt mijn complimenten bescheiden in ontvangst. Hij heeft echte pianohanden, zou mijn moeder zeggen. We kijken samen terug en bespreken het concert, hij met al zijn kennis van zaken en ik, even uit de drukte, in de rust. Tot horens, tot weer!